Betekenis van:
geruit

geruit
Bijvoeglijk naamwoord
  • met rechthoekige figuren
"een geruite stof/rok"
geruit
Bijvoeglijk naamwoord
  • van een wapenschild
"geruit van zilver en rood"
geruit
Bijvoeglijk naamwoord
  • met een ruitjespatroon, zo geweven dat een patroon van rechthoeken zichtbaar is
"Hij droeg een geruit houthakkershemd."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Papier en karton, enkel gelijnd, gelinieerd of geruit