Betekenis van:
geschreeuw

geschreeuw (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het aanhoudend schreeuwen
"veel geschreeuw over iets maken"
"veel geschreeuw, weinig wol (zei de boer en hij schoor zijn varkens)"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Het geschreeuw van de vogel verbrak de stilte van het bos.