Betekenis van:
gewond

gewond
Bijvoeglijk naamwoord
  • met letsel; geraakt door kogel, bal e.d.
"gewond raken"

Synoniemen

Hyperoniemen

gewond
Bijvoeglijk naamwoord
  • letsel hebbend
"Er zijn twee doden gevallen en veertien gewonde mensen zijn naar het ziekenhuis overgebracht."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Niemand was gewond.
  2. De soldaat was gewond aan het been.
  3. Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.
  4. Tom is gewond geraakt bij een auto ongeluk.
  5. Ik kan niet uitgaan omdat ik een week geleden gewond raakte in een ongeval.
  6. Het was omdat hij gewond was dat hij besloot terug te keren naar Amerika.
  7. Ik heb je gezegd dat het gevaarlijk was. Je raakte gewond omdat je niet heb geluisterd.
  8. We moeten hem dringend naar het ziekenhuis brengen, hij is zwaar gewond.
  9. een persoon dodelijk of ernstig gewond raakt als gevolg van:
  10. Er moet voor worden gezorgd dat de vissen bij het vangen, laden, vervoeren en uitladen niet gewond of gestrest raken.
  11. Dieren die ziek of gewond zijn of in slechte conditie verkeren, dienen in observatie te worden genomen en afgezonderd van andere dieren te worden gehuisvest.
  12. Wanneer dieren tijdens het vervoer ziek worden of gewond raken, moeten zij van de andere dieren worden gescheiden en moeten zij zo spoedig mogelijk eerste hulp krijgen.
  13. Bij het ontwerp van roterende zitjes wordt zo veel mogelijk geprobeerd te voorkomen dat het kind tijdens het gebruik gewond kan raken of klem kan komen te zitten.
  14. Dieren waarvan bij of na de vangst wordt vastgesteld dat zij gewond zijn of in slechte gezondheid verkeren, dienen zo spoedig mogelijk door een bevoegd persoon te worden onderzocht; vervolgens dient passende actie te worden ondernomen.
  15. Kalveren die ziek of gewond lijken, moeten onmiddellijk de nodige verzorging krijgen en voor elk dier dat niet op de verzorging door de veehouder reageert, moet zo spoedig mogelijk een dierenarts worden geraadpleegd.