Betekenis van:
aangeschoten

aangeschoten
Bijvoeglijk naamwoord
  • getroffen
"Tijdens de oorlog kwam er een keer een aangeschoten bommenwerper brandend overvliegen."
aangeschoten
Bijvoeglijk naamwoord
  • een beetje dronken
"Hij fietste in aangeschoten toestand naar huis."
aangeschoten
Bijvoeglijk naamwoord
  • ''(voetbal: hands)'' onopzettelijk
"Hij wist na het aangeschoten hands een doelpunt te maken."
aangeschoten
Bijvoeglijk naamwoord
  • met letsel; geraakt door kogel, bal e.d.
"aangeschoten hands"
"een aangeschoten hert"

Synoniemen

Hyperoniemen

aangeschoten
Bijvoeglijk naamwoord
  • teut; een beetje dronken
"licht aangeschoten"
"volgens de politie zat de man aangeschoten achter het stuur"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De actieve bewaking van levende of aangeschoten vogels wordt gericht op:
  2. Naast cloacaswabs of verse feces wordt ook weefsel (namelijk hersen-, hart-, long-, nier- en darmweefsel) van dood aangetroffen of aangeschoten in het wild levende vogels bemonsterd voor virusisolatie en moleculaire detectie (PCR).
  3. Cloacaswabs en trachea-/orofarynxswabs en/of weefsel (namelijk hersen-, hart-, long-, luchtpijp-, nier- en darmweefsel) van dood aangetroffen of aangeschoten in het wild levende vogels worden bemonsterd voor virusisolatie en moleculaire detectie (PCR).
  4. Naast cloacaswabs of fecesmonsters moet ook weefsel (namelijk hersen-, hart-, long-, nier- en darmweefsel) van dood aangetroffen of aangeschoten in het wild levende vogels worden bemonsterd voor virusisolatie en moleculaire detectie (PCR).