Betekenis van:
gezet

gezet
Bijvoeglijk naamwoord
  • gezet; dik; dik; van mensen; corpulent; corpulent; zwaarlijvig
"een gezette man"

Synoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De misdadiger werd uit het land gezet.
  2. De crimineel werd gearresteerd en in de gevangenis gezet.
  3. Putin zei dat terroristen "in de plee in de week gezet" moeten worden.
  4. Ruim drieduizend mensen hebben hun handtekening gezet om de sloop van dit historische pand tegen te houden.
  5. Synthetische ... (half)edelstenen, bewerkt doch niet gezet...
  6. Andere diamant, niet gevat noch gezet, n.e.g.
  7. De procedures zijn in gang gezet.
  8. de analysator wordt op nul gezet;
  9. Industriediamant, niet gevat noch gezet, n.e.g.
  10. Ze worden geschud en in het kweekapparaat gezet.
  11. „hoogspanningscircuits” circuits die onder lijnspanning worden gezet; 1.2.2. „laagspanningscircuits”
  12. De prijzen van de EU-producenten werden onder druk gezet.
  13. Diamant, ook indien bewerkt, doch niet gevat noch gezet
  14. Hiertoe wordt de tank onder zijn nominale werkdruk gezet.
  15. Gekweekte parels, bewerkt (excl. aaneengeregen, gezet of gevat)