Betekenis van:
zetten

zetten
Werkwoord
  • bereiden
"koffie zetten"
"thee zetten"

Hyperoniemen

zetten
Werkwoord
  • (letters, tekst) op een bepaalde wijze schikken
"een tekst/bestand zetten"

Hyperoniemen

zetten
Werkwoord
  • rechtop op de genoemde plaats doen zitten, rusten, staan
"iets ergens op/in/achter/voor/tussen/na/onder/... zetten"
"iemand/iets gevangen/klem zetten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

zetten
Werkwoord
  • iets neerschrijven
"Hij zette zijn handtekening onder het document."
zetten
Werkwoord
  • stimuleren, aanmoedigen; tot grotere inspanning aanzetten; sommeren; aansporen; aanzetten; bewegen tot; ertoe brengen; aansporen tot iets; onder druk zetten; aansporen
"zich/iemand tot iets zetten"
"iemand aan [het redigeren/werken/afwassen] zetten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

zetten
Werkwoord
  • bij botbreuken
"een been/arm zetten"
"zijn arm is verkeerd gezet"

Synoniemen

Hyperoniemen

zetten
Werkwoord
  • inleggen; (geldbedrag) in het spel brengen
"Ik zet tweehonderd euro op rood."

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

zetten
Werkwoord
  • op een bepaalde wijze schikken
zetten
Werkwoord
  • (m.b.t. koffie of thee) bereiden, klaarmaken
zetten
Werkwoord
  • vastzetten
zetten
Werkwoord
  • ''(België)'' plaatsnemen, gaan zitten
zetten
Werkwoord
  • (oude ambacht bij het ontstaan van de boekdrukkunst) letters naast elkaar plaatsen zodat meerdere afdrukken van een document gemaakt kunnen worden
zet (de ~ | meervoud zetten)
Zelfstandig naamwoord
  • voorwaartse stoot
"iemand een zet(je) geven"
"een zetje nodig hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

zet (de ~ | meervoud zetten)
Zelfstandig naamwoord
  • het zetten bij o.a. spelletjes
"mat in [twee] zetten"
"een hele zet"

Hyperoniemen

Hyponiemen

zet (de ~ | meervoud zetten)
Zelfstandig naamwoord
  • handeling of uiting
"een domme/stomme zet"
"een gemene/brutale zet"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.
  2. Mag ik de tv zachter zetten?
  3. Bach slaagde erin muziek in pure melancholie om te zetten.
  4. Wist je dat hij goed koffie kan zetten?
  5. De radio staat te luid. Kunt ge hem niet wat stiller zetten?
  6. Het is onbeleefd om in het openbaar je baas voor gek te zetten.
  7. Ik drukte op de knop om de radio aan te zetten.
  8. Als ik het alfabet een nieuwe volgorde kon geven, zou ik de letters U en I naast elkaar zetten.
  9. Na alle moeite die we ervoor gedaan hebben om dat project op poten te zetten, kostte het ze maar een seconde het onderuit te halen bij de bijeenkomst.
  10. "Ja, dat ben ik," zei Al-Sayib. "Maar er is er minstens één van ons in elk land. En we houden allemaal van Fanta en van noobs op hun plaats zetten."
  11. Zetten van wandtegels
  12. Zetten van vallen
  13. metselen, inclusief zetten van natuursteen;
  14. Zetten en vervaardiging van drukplaten
  15. Zetten en vervaardiging van drukplaten