Betekenis van:
coachen

coachen
Werkwoord
  • begeleiden
"een voetbalploeg coachen"

Hyperoniemen

coachen
Werkwoord
  • instructies en leiding geven aan een sportteam of sporter
"Deze finale coacht hij zijn laatste wedstrijd."

Voorbeeldzinnen

  1. Als onderdeel van de professionele ontwikkeling van onderzoekers zou in een geschikte opleiding in lesgeven en coachen moeten worden voorzien.