Betekenis van:
gloed

gloed (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • stralende warmte
"de verterende gloed van het houtvuur"
"een behaaglijke gloed"

Hyperoniemen

gloed (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • afschijnsel van vurige of lichtgevende voorwerpen
"de [roze] gloed"
"de gloed van een brand"

Hyperoniemen

gloed
Zelfstandig naamwoord
  • de -al of niet zichtbare- straling die uitgaat van een heet voorwerp
"Hij warmde zich aan de gloed van het kampvuur."
gloed (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • geestdrift, het geheel van iets vervuld zijn
"een vertolking vol gloed"
"vol gloed iets vertellen/meedelen"

Synoniemen

Hyperoniemen