Betekenis van:
godheid

godheid
Zelfstandig naamwoord
  • een expert op een bepaald gebied
"Hij is een godheid op het gebied van hogere wiskunde."
godheid
Zelfstandig naamwoord
  • een hypothetisch bovennatuurlijk wezen dat verantwoordelijk wordt geacht voor (bepaalde aspecten van) de werkelijkheid
"Een afbeelding van een godheid."
godheid (de ~ | meervoud godheden)
Zelfstandig naamwoord
  • bovenmenselijk, machtig en aanbiddelijk wezen
"een oosterse godheid"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Weet je aan welke godheid deze tempel is gewijd?