Betekenis van:
godsdienstig

godsdienstig
Bijvoeglijk naamwoord
  • god dienend
"een godsdienstig land/mens"
"godsdienstige overwegingen/motieven"

Synoniemen

godsdienstig
Bijvoeglijk naamwoord
  • zich op het religieuze richtend
"Hij is na die ervaring een stuk godsdienstiger geworden."
godsdienstig
Bijvoeglijk naamwoord
  • op de godsdienst betrekking hebbend
"Zelfs de koning woonde deze godsdienstige plechtigheid bij."

Voorbeeldzinnen

  1. kleine voorwerpen bestemd om te worden gebezigd als sieraad (bijvoorbeeld ringen, armbanden, halssnoeren, broches, oorringen, horlogekettingen, hangers, dasspelden, manchetknopen, knopen voor frontjes, medailles en insignes voor godsdienstig of voor enig ander gebruik);
  2. Belangrijke tendensen in de maatschappij en de gevolgen ervan: voorbeelden hiervan zijn demografische veranderingen zoals de vergrijzing en de gevolgen daarvan voor de pensioenstelsels, migratie en integratie; analyse van de effecten van de demografische veranderingen op stedelijke ontwikkeling, leefstijlen, werk, gezinnen, het combineren van werk en gezin, gendervraagstukken, invaliditeitsvraagstukken, gezondheid en de kwaliteit van het bestaan; economische bescherming van de consument; ongelijkheden; criminaliteit; de rol van het bedrijfsleven in de diversiteit van de maatschappij en de bevolking, etniciteit, godsdienstig pluralisme, culturele interacties, multiculturele vraagstukken en vraagstukken in verband met de bescherming van grondrechten en de bestrijding van alle vormen van discriminatie.