Betekenis van:
grappen

grappen
Werkwoord
  • een grap maken
"'je neus krult', grapte hij"

Synoniemen

Hyperoniemen

grappen
Werkwoord
  • grappig zeggen
"Af en toe grapte de pastoor zelfs en moesten de mensen hard lachen."
grap (de ~ | meervoud grappen)
Zelfstandig naamwoord
  • grappige daad of zaak; streek; iets amusants
"een dure grap"
"wat kost dat grapje?"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik was moe van zijn oude grappen.