Betekenis van:
doen

doen
Werkwoord
  • oppervlakkig bereizen
"Europa doen in drie dagen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

doen
Werkwoord
  • in iets stoppen; in iets steken; in een ruimte bergen
"de kurk op de fles doen"
"iets in een doos dcoen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

doen
Werkwoord
  • een actie ondernemen
"Laten we wat anders doen."
doen
Werkwoord
  • maakt van een ergatief werkwoord een causatieve constructie
"De hitte van de zon deed de boter smelten."
doen
Werkwoord
  • (iets) ontdoen van vuil of niet meer gewenste bestanddelen
"het huis/de kamer/de auto doen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

doen
Werkwoord
  • kopen en verkopen; werken
"in herenkleding doen"
"iets in de schoonmaakbranche doen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

doen
Werkwoord
  • uitvoeren, doen; handeling verrichten; een taak verrichten
"boete doen"
"uitspraken/ een oproep doen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

doen
Zelfstandig naamwoord
  • het verrichten van een werk
"Tegenwoordig is niet het spreken belangrijk, maar het doen."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Wat moet ik doen?
  2. Laat ons meer doen.
  3. Wat moet ik doen?
  4. Wat wil je doen?
  5. Mijn voeten doen pijn.
  6. Ik zal het doen.
  7. Wat doen we nu?
  8. Niet doen, Sam!
  9. Laten we dat doen.
  10. Ge moet uw best doen.
  11. Dat zal ik zeker doen.
  12. Doe wat ge moet doen.
  13. Wat ga je nu doen?
  14. We moeten iets doen, Tom.
  15. Laat hem het alleen doen.