Betekenis van:
dichtdoen

dichtdoen
Werkwoord
  • dichten; sluiten; dichtmaken; medewerking aan iets ongunstigs; dicht maken
"het raam dichtdoen"
"dat doet de deur dicht"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Binnen tien minuten na het dichtdoen en afsluiten van de deuren worden de koolwaterstofconcentratie, de barometerdruk en de temperatuur gemeten die de beginwaarden CHCi, Pi en Ti voor de dagemissietest leveren.