Betekenis van:
haven

haven (de ~ | meervoud havens)
Zelfstandig naamwoord
  • aanlegplaats voor schepen
"in het zicht van de haven (ging het toch nog mis)"
"een haven aandoen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

haven
Zelfstandig naamwoord
  • natuurlijke of aangelegde aanlegplaats voor schepen
haven
Zelfstandig naamwoord
  • schuilplaats; haven voor noodgevallen; dat wat een toevlucht biedt

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
  2. Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
  3. Als je niet weet naar welke haven je vaart, is geen enkele wind gunstig
  4. Haven
  5. Varna – haven
  6. Naam haven,
  7. Sines (haven)
  8. Haven/gebied
  9. Leixões (haven)
  10. Lisboa (haven)
  11. Setúbal (haven)
  12. „NAAM HAVEN
  13. Statistische haven
  14. Haven infrastructuur
  15. NAAM HAVEN