Betekenis van:
hees

hees
Bijvoeglijk naamwoord
  • schor; hees; hard en schor
"een hese stem"
"zich hees schreeuwen/praten"

Synoniemen

hees
Bijvoeglijk naamwoord
  • (personen) geen helder stemgeluid kunnen produceren.
"Je klinkt nogal hees."
hees
Bijvoeglijk naamwoord
  • (stem) niet helder, klankloos.
"Wat heb je toch een hese stem!"

Werkwoord