Betekenis van:
heiden

heiden (de ~ | meervoud heidenen)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die niet in God gelooft; heiden
"aan de heidenen overgeleverd zijn"
"dat stelletje heidenen, wat kunnen we daarvan verwachten?"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

heiden
Zelfstandig naamwoord
  • mensen die geen Jood of Christen zijn
hei (de ~ | meervoud heiden)
Zelfstandig naamwoord
  • stuk met heidekruid begroeide zandgrond
"een hutje op de hei"
"op de grote stille heide"

Synoniemen

Hyperoniemen

hei (de ~ | meervoud heiden)
Zelfstandig naamwoord
  • struikachtige plant
"ik heb ook wat hei in de voortuin geplant"

Hyperoniemen

Werkwoord