Betekenis van:
hit

hit (de ~ | meervoud hits)
Zelfstandig naamwoord
  • succesvolle single; grote hit; zeer succesvol optreden, uitgave etc.; zeer geslaagd muzieknummer
"een hit scoren"
"ze zullen ook al hun oude hits ten gehore brengen"

Synoniemen

Hyperoniemen

hit
Zelfstandig naamwoord
  • een succesvol lied
"Marco Borsato heeft al vele hits gehad."
hit (de ~ | meervoud hitten)
Zelfstandig naamwoord
  • jonge dienstbode

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

hit (de ~ | meervoud hitten)
Zelfstandig naamwoord
  • klein soort paard

Hyperoniemen

hit
Zelfstandig naamwoord
  • een treffer bij een zoekactie

Voorbeeldzinnen

  1. Na een hit
  2. HIT” sp. z o.o.
  3. Opvolging van een hit
  4. informatie-uitwisseling bij een hit;
  5. Doorgeleiding van aanvullende informatie na een hit
  6. Mededeling van een hit aan de lidstaten
  7. Mededeling van een hit aan de Schengenlidstaten
  8. Het antwoord bevat een Hit/No-Hit-melding van het AFIS waarin de bevraging is verricht.
  9. Case „No Hit”: original requesting profile sent back only;
  10. PPH „HIT” sp. z o.o., 43-229 Ćwiklice, ul.
  11. Case „Hit”: original requesting profile and matched profiles sent back.
  12. HIT Hightechindustrie (NACE Rev.2 21+26+30.3+32.5)
  13. de indicatie of er al dan niet sprake is van één of meerdere overeenkomende profielen (hit/no-hit);
  14. In het geval van een „No-HIT” worden de volgende logische records teruggestuurd:
  15. Wanneer de na een hit te volgen procedures niet kunnen worden uitgevoerd (artikel 104, lid 3)