Betekenis van:
				
					horen					
				
			
            horen
Werkwoord
- ondervragen; in verhoor nemen
 
"getuigen horen"
Synoniemen
Hyperoniemen
horen
Werkwoord
- waarnemen met het oor zonder er noodzakelijkerwijs aandacht aan te besteden
 
horen
Zelfstandig naamwoord
- hoorn
 
horen
Zelfstandig naamwoord
- uitsteeksel op sommige dierenkoppen; hard, meestal gebogen uitsteeksel aan de kop van verschillende dieren
 
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ze horen bij mij.
 - Kun je me horen?
 - Ik wil geen klachten horen.
 - We horen je vaak zingen.
 - Ik kan u nauwelijks horen.
 - Ik wil geen geslurp horen.
 - Denk jij dat vissen kunnen horen?
 - Het spijt me dat te horen.
 - Wij horen muziek met onze oren.
 - Ik wil geen smoesjes meer horen.
 - Spreek duidelijk en laat jezelf horen.
 - Hij zou blij zijn dat te horen.
 - Ik kan je niet goed horen.
 - Ik wil je slappe smoesjes niet horen.
 - Ik heb haar een lied horen zingen.