Betekenis van:
huisvesten

huisvesten
Werkwoord
  • herbergen
"studenten in een oud schoolgebouw huisvesten"

Hyperoniemen

huisvesten
Werkwoord
  • een vaste woonplaats geven
"Hij werd gehuisvest in een van de buitenwijken van de stad."

Voorbeeldzinnen

  1. de omvang van de te huisvesten groep.
  2. Als het niet mogelijk is individuen in groepen te huisvesten, dient te worden overwogen ze zo te huisvesten dat de dieren elkaar goed kunnen zien.
  3. Deze habitats huisvesten omvangrijke en zeer uiteenlopende biologische gemeenschappen en moeten prioritaire bescherming krijgen.
  4. Bijgevolg kan het in deze periode noodzakelijk zijn de mannetjes afzonderlijk te huisvesten.
  5. Een bedrijf kan niet tegelijkertijd verschillende soorten pluimvee huisvesten, met uitzondering van de broederijen.
  6. Er moet worden voorzien in ruimten om zieke of gewonde dieren afgezonderd te huisvesten.
  7. Waar nodig dient te worden voorzien in ruimten om zieke of gewonde dieren afgezonderd te huisvesten.
  8. „ontvangende centrale bank”: de centrale bank die door de Raad van bestuur werd aangeduid om EPCO te huisvesten;
  9. Wanneer het nodig is dieren afzonderlijk te huisvesten, dienen zij visueel, auditief en olfactief contact te hebben met soortgenoten.
  10. Het eigendomsrecht op het gebouw is geen criterium om gebouwen die essentiële diensten huisvesten, al dan niet op te nemen binnen de locatiegrenzen.
  11. gebouwen die eigendom zijn van openbare instanties of marktdeelnemers zonder winstoogmerk en die dienen om gezinnen met een laag inkomen of mensen met bijzondere behoeften te huisvesten.
  12. Het verdient aanbeveling de dieren in grotere groepen en grotere leefruimten te huisvesten dan de in tabel F.4 voorgestelde minimumwaarden.
  13. Het verdient aanbeveling de dieren in grotere groepen en grotere leefruimten te huisvesten dan de in tabel F.3 voorgestelde minimumwaarden.
  14. Alvorens exemplaren van dergelijke soorten worden aangeschaft of gebruikt, dient onderzoek te worden gedaan naar protocollen voor het huisvesten, houden en verzorgen ervan.
  15. De leefruimten dienen groot genoeg te zijn om de vissen in de vereiste bezettingsdichtheid te kunnen huisvesten en zij dienen bestand te zijn tegen de vereiste waterstroming.