Betekenis van:
huls

huls (de ~ | meervoud hulzen)
Zelfstandig naamwoord
  • gedeelte van de patroon dat met kruit gevuld wordt
"lege hulzen"

Synoniemen

Hyperoniemen

huls
Zelfstandig naamwoord
  • droge, tweekleppige, tweenadige vrucht, zonder overlangs middelschot, die een rij van zaden bevat

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Huls
  2. Huls
  3. Huls
  4. Huls
  5. Huls SY
  6. Huls CQ
  7. Wapens waarbij gebruik wordt gemaakt van munitie zonder huls.
  8. Noot 2In ML3.a) worden niet bedoeld losse flodders (blankstar) en exercitiemunitie met geperforeerde huls.
  9. onder ML3.a) vallen niet: losse flodders (blank star) en exercitiemunitie met geperforeerde huls.
  10. Breng de huls in een extractieapparaat (4.1) en extraheer gedurende 6 uur met petroleumether (3.1).
  11. Is een dergelijk medium niet beschikbaar, dan moeten de swabs weer in hun huls gedaan worden en droog worden verstuurd.
  12. een normale cilindrische tank met een cilindrische huls, twee schotelvormige uiteinden die torisferisch of elliptisch zijn, en de vereiste openingen;
  13. Breng de huls in een extractieapparaat (4.1) en handel verder als beschreven in punt 5.1, tweede en derde alinea.
  14. Hierdoor zou PZL Hydral niet meer zijn dan een lege huls en kon die onderneming geliquideerd worden.
  15. Is zo'n medium niet beschikbaar, dan moeten de swabs weer in hun huls gedaan worden en droog naar het laboratorium worden gestuurd.