Betekenis van:
huurder

huurder (de ~ | meervoud huurders)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die iets huurt
"de verhouding tussen huurder en verhuurder is wettelijk geregeld"
"een nieuwe huurder"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. de gebruiker (huurder) van het rollend materieel.
  2. Dry lease — hiervan is sprake als het vliegtuig geëxploiteerd wordt onder de VTV van de huurder.
  3. gebouwen of gebouwunits die worden gebouwd, verkocht of aan een nieuwe huurder verhuurd; en
  4. Het vereiste rendement van de huurder werd vastgesteld op 16,2 % in nominale waarde.
  5. de betrokkene eigenaar of gedurende ten minste twaalf maanden huurder van de tweede verblijfplaats is;
  6. De volgende stap is de raming van vereiste kasstroom van de huurder.
  7. alle vereisten welke door de autoriteit van de huurder van toepassing worden verklaard, nageleefd worden.
  8. Het keuringsverslag wordt aan de eigenaar of huurder van het gebouw overhandigd.
  9. De wijziging van het totale vermogen van de huurder wordt jaarlijks geraamd.
  10. Dry lease — hiervan is sprake als het vliegtuig geëxploiteerd wordt onder de VTV van de huurder.
  11. De lidstaten eisen dat bij de bouw, verkoop of verhuur van een gebouw of gebouwunit het energieprestatiecertificaat of een kopie daarvan aan de toekomstige nieuwe huurder of koper wordt getoond en aan de koper of nieuwe huurder wordt overhandigd.
  12. Op deze wijze wordt de vereiste kasstroom van de huurder op het einde van het jaar berekend.
  13. EDP zal in real-time op de hoogte zijn van de kosten en de stroomvolumes die de huurder kan afzetten.
  14. de categorie wederverkoper/huurder („company-owned/dealer-operated”, hierna „Co/Do” genoemd), waarin de wederverkoper huurder is van het tankstation dat hij op eigen risico exploiteert, en tegelijk door een exclusieve afnameovereenkomst aan de leverancier is gebonden;
  15. Dit resulteert in een verdeelbaar saldo dat het totaal van de huur en de door de huurder vereiste kasstroom vertegenwoordigt.