Betekenis van:
huwelijksreis

huwelijksreis (de ~ | meervoud huwelijksreizen)
Zelfstandig naamwoord
  • reis direct na de huwelijksvoltrekking
"op huwelijksreis gaan"
"een huwelijksreis maken"

Hyperoniemen

huwelijksreis
Zelfstandig naamwoord
  • de reis die een pasgetrouwd stel gewoonlijk onmiddellijk na hun trouwen onderneemt
"Hun huwelijksreis voerde hen naar Bloubokstrand."