Betekenis van:
verlof

verlof (het ~ | meervoud verloven)
Zelfstandig naamwoord
  • toestemming
"met uw verlof, [maar ik ben het daar niet mee eens]"
"verlof geven/krijgen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

verlof (het ~ | meervoud verloven)
Zelfstandig naamwoord
  • toestemming om enige tijd niet te werken
"met uw verlof, [maar ik ben het daar niet mee eens]"
"verlof geven/krijgen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

verlof
Zelfstandig naamwoord
  • een periode waarin men toestemming krijgt om iets te doen, bijvoorbeeld vakantiedagen opnemen
"Mijn verlof begint op de eerste zomerdag."
verlof
Zelfstandig naamwoord
  • goedkeuring; toestemming

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Verlof.
  2. Verlof
  3. verlof en
  4. Buitengewoon verlof
  5. het verlof,
  6. het verlof;
  7. Jaarlijks verlof
  8. Bijzonder verlof, verlof wegens huwelijk en zwangerschapsverlof
  9. Verlof zonder bezoldiging
  10. Artikel 21 - Verlof
  11. Bijzonder verlof en zwangerschapsverlof
  12. jaarlijks verlof moet opnemen,
  13. Verlof loopt nog
  14. adres gedurende het verlof (facultatief);
  15. Afwezigheid en verlof wegens ziekte