Betekenis van:
immuniteit

immuniteit (de ~ | meervoud immuniteiten)
Zelfstandig naamwoord
  • onschendbaarheid
"de immuniteit opheffen"
"immuniteit genieten"

Hyperoniemen

Hyponiemen

immuniteit (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • onvatbaarheid voor ziekte
"immuniteit tegen [rode hond/pokken]"
"immuniteit verwerven"

Hyperoniemen

Hyponiemen

immuniteit
Zelfstandig naamwoord
  • onvatbaarheid voor een ziekte

Voorbeeldzinnen

  1. Immuniteit
  2. Immuniteit krachtens punt 23
  3. Immuniteit — Punt 8 a)
  4. Tabel 1: immuniteit van ESE's
  5. Punt 8, onder a) — Immuniteit
  6. Mueller genoot daarom volledige immuniteit van geldboetes.
  7. PROEFMETHODE VOOR DE ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT VAN VOERTUIGEN
  8. Immuniteit en recht om niet te getuigen
  9. Artikel 6 Opheffing van de immuniteit
  10. Concreet genieten zij bewegingsvrijheid, onschendbaarheid en immuniteit.
  11. Het verzoek van Deltafina voor boete-immuniteit
  12. Aantal functionarissen dat immuniteit geniet terugbrengen, en immuniteit verlenen overeenkomstig de internationale regels en praktijken.
  13. Specificaties betreffende de immuniteit van ESE's voor elektromagnetische straling
  14. Specificaties betreffende de immuniteit van voertuigen voor elektromagnetische straling
  15. Specificaties betreffende de immuniteit voor transiënte geleidingsverschijnselen langs stroomtoevoerkabels