Betekenis van:
inboorling

inboorling
Zelfstandig naamwoord
  • een autochtone bewoner van een niet-westers land
"In dat land woonden inboorlingen."
inboorling (de ~ | meervoud inboorlingen)
Zelfstandig naamwoord
  • oorspronkelijke bewoner v.e. land
"dr. Livingstone bezocht de inboorlingen in de jungle van Afrika"

Hyperoniemen

Hyponiemen

inboorling
Zelfstandig naamwoord
  • oorspronkelijke bewoner v.e. land

Synoniemen

Hyperoniemen