Betekenis van:
ingeburgerd

ingeburgerd
Bijvoeglijk naamwoord
  • algemeen aanvaard, in gebruik geraakt
"een ingeburgerde uitdrukking"
"een ingeburgerd gebruik"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ingeburgerd door het gebruik, gelet op met name de regionale culinaire traditie en de eeuwenoude knowhow.
  2. Derhalve beoogt de maatregel (op bijzondere wijze) een ingeburgerd en veelgebruikt modern stelsel van inkomstenbelasting ten uitvoer te leggen.
  3. Daarom verklaren de Hongaarse autoriteiten dat de maatregel bedoeld is om (op bijzondere wijze) een ingeburgerd en veelgebruikt modern stelsel van inkomstenbelasting ten uitvoer te leggen.