Betekenis van:
ingesteld

ingesteld
Bijvoeglijk naamwoord
  • geschikt; ergens klaar voor zijnde
"ingesteld zijn op [iets of iemand]"
"we hadden ons er al helemaal op ingesteld, en toen ging het niet door"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ingesteld worden:
  2. INGESTELD OP …
  3. Snelheid foutief ingesteld (indien gecontroleerd).
  4. Eerste waarde ingesteld door … [7]
  5. Eerste waarde ingesteld door … [3]
  6. Snelheid foutief ingesteld (indien gecontroleerd).
  7. Eerste waarde ingesteld door … [23]
  8. BEROEP DAT ZAL WORDEN INGESTELD
  9. Binnen het Bureau wordt een Begrotingscomité ingesteld.
  10. Tevens werd een TIR-Uitvoerend Orgaan ingesteld.
  11. Er wordt ook een brugpensioneringsregeling ingesteld.
  12. Bijgevolg moeten onderstaande antidumpingrechten worden ingesteld:
  13. De analyseapparatuur wordt op de nulstand ingesteld.
  14. Daartoe moeten interdisciplinaire werkgroepen worden ingesteld.
  15. In het Agentschap wordt een tuchtraad ingesteld.