Betekenis van:
inruilen

inruilen
Werkwoord
  • inwisselen tegen iets anders
"je auto inruilen"
"iets inruilen voor/tegen iets"

Hyperoniemen

Hyponiemen

inruilen
Werkwoord
  • ''~ tegen'' iets ouds verkopen terwijl men een nieuwe versie koopt
"Hij heeft zijn auto gisteren ingeruild tegen een spiksplinternieuwe."

Voorbeeldzinnen

  1. Het eigendom van dit maatschappelijke kapitaal werd omgevormd, door de uitgifte van aandeelhouderscertificaten aan de burgers, die deze dan voor aandelen konden inruilen.