Betekenis van:
ruilen

ruilen
Werkwoord
  • inwisselen
"een trui mogen ruilen"
"postzegels ruilen"

Hyperoniemen

ruilen
Werkwoord
  • (een of meer voorwerpen) in de plaats van andere geven of aannemen
"met iemand ruilen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

ruilen
Werkwoord
  • overeenkomen bezit tegen dat van een ander uit te wisselen
ruil (de ~ | meervoud ruilen)
Zelfstandig naamwoord
  • het ruilen
"(iets geven) in ruil voor (iets anders)"
"een ruil aangaan met iemand"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ik zou graag dit hemd, dat ik gisteren gekocht heb, ruilen.
  2. het ruilen van vangstmogelijkheden op grond van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002;
  3. het ruilen van quota op grond van artikel 20, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2371/2002,
  4. het ruilen van quota op grond van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002,
  5. het ruilen van vangstmogelijkheden op grond van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002; en
  6. Eventueel kunnen de nationale programma’s tot 1 februari van elk jaar worden aangepast om rekening te houden met het ruilen van quota tussen lidstaten.
  7. Eventueel kunnen de nationale programma's tot 1 februari van elk jaar worden aangepast om rekening te houden met het ruilen van quota tussen lidstaten.
  8. financiële activa of financiële verplichtingen te ruilen met een andere entiteit onder voorwaarden die potentieel nadelig zijn voor de entiteit; dan wel
  9. In feite was het ruilen van vorderingen voor aandelen in WRJ economisch gezien verstandiger dan het direct innen van deze vorderingen.
  10. een derivaat dat uitsluitend door de emittent zal worden afgewikkeld door een vast bedrag aan geldmiddelen of een ander financieel actief te ruilen voor een vast aantal van zijn eigen-vermogensinstrumenten.
  11. Tweede optie: de banken die niet in de nieuwe lening wensen te participeren, worden verplicht 28,5 % van hun leningen tegen aandelen te ruilen en de rest van de schuld van Hynix kwijt te schelden.
  12. een aan een bepaald financieel instrument verbonden recht wordt uitgeoefend of juist niet uitgeoefend om een financieel instrument te kopen, te verkopen, te ruilen, te gelde te maken of daarop in te tekenen.
  13. De voorwaarden van het aanbod om hun obligaties in te ruilen zijn: ofwel twintig nieuwe aandelen voor één obligatie, ofwel zestien aandelen plus zestien aandelenopties, die ten laatste op 15 december 2004 moeten worden uitgeoefend.
  14. Volgens ish was de „gratis” ontvangst van DVB-T een belangrijk argument in de door de overheid opgezette marketingcampagne voor de invoering van DVB-T, dat klanten ertoe heeft aangezet kabel in te ruilen voor DVB-T.
  15. gevallen waarin de contractvoorwaarden een van beide partijen toestaan het contract op nettobasis af te wikkelen in geldmiddelen of een ander financieel instrument, of door financiële instrumenten te ruilen;