Betekenis van:
inschepen

inschepen
Werkwoord
  • ''zich ~'': aan boord gaan van een schip voor een reis ermee
"Zij scheepten zich in voor de invasie.}} "
inschepen
Werkwoord
  • aan boord gaan
"inschepen op [de veerboot, de Stella Maris]"
"je kan je vanaf 16 uur inschepen in de haven van Zeebrugge"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Het schip moet zo zijn gebouwd en uitgerust dat iemand met verminderde mobiliteit zich gemakkelijk en veilig kan inschepen en ontschepen en van toegang tot de dekken is verzekerd hetzij zonder hulp hetzij door middel van loopbruggen of liften.
  2. .2 Indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering van het schip of voor het inschepen en ontschepen van passagiers wanneer het schip veilig voor anker ligt, kan de administratie van de vlaggenstaat toestaan dat, in afwijking van de punten .1.1 en .1.4, bepaalde deuren worden geopend wanneer dit door de kapitein verantwoord wordt geacht en mits de veiligheid van het schip niet in gevaar komt.
  3. .2 Indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering van het schip of voor het inschepen en ontschepen van passagiers wanneer het schip veilig voor anker ligt, kan de administratie van de vlaggenstaat toestaan dat, in afwijking van de punten 1.1 en 1.4, bepaalde deuren worden geopend wanneer dit door de kapitein verantwoord wordt geacht en mits de veiligheid van het schip niet in gevaar komt.