Betekenis van:
instorten

instorten
Werkwoord
  • van zaken; instorten; ineenstorten
"huizen en bruggen zijn ingestort"
"de markt stort in"

Synoniemen

Hyperoniemen

instorten
Werkwoord
  • zwichten voor de zwaartekracht
"Dat huis is ingestort nadat het getroffen was door een wervelwind."

Voorbeeldzinnen

  1. EREF is van oordeel dat de structuur van de financiering van het project zou kunnen instorten als Coface zijn garantie zou intrekken.
  2. De ongecontroleerde overdracht van wapens verergert immers het terrorisme en de georganiseerde misdaad, en speelt een belangrijke rol bij het uitbreken en uitbreiden van conflicten en het instorten van staatsstructuren.
  3. In maart 2005 betwistte namelijk een van de klagende EG-producenten, die later van de definitie van bedrijfstak van de Gemeenschap werd uitgesloten, de wettigheid van die heffingen zelf en hij beweerde dat de heffing de verkoopprijs had doen „instorten”.