Betekenis van:
intercity

intercity (de ~ | meervoud intercity's)
Zelfstandig naamwoord
  • trein die niet op alle stations stopt; trein die alleen in grote steden stopt
"per intercity"
"met de intercity"

Synoniemen

Hyperoniemen

intercity
Zelfstandig naamwoord
  • een trein die tussen grote steden rijdt zonder op tussengelegen stations te stoppen

Voorbeeldzinnen

  1. De ICE-lijn Erfurt-Halle/Leipzig loopt in de buurt van de luchthaven en daardoor is de luchthaven gemakkelijk bereikbaar via een combinatie van intercity- en regionale treinen.