Betekenis van:
jager

jager (de ~ | meervoud jagers)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die op jacht gaat

Hyperoniemen

Hyponiemen

jager
Zelfstandig naamwoord
  • dier dat leeft van de jacht

Hyperoniemen

jager
Zelfstandig naamwoord
  • infanterist van een jagerbataljon

Hyperoniemen

jager
Zelfstandig naamwoord
  • schip dat de haringvloot vergezelt om de vangst naar de wal te brengen

Hyperoniemen

jager
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die op jacht gaat
jager
Zelfstandig naamwoord
  • een jachtvliegtuig
jager (de ~ | meervoud jagers)
Zelfstandig naamwoord
  • gevechtsvliegtuig; gevechtsvliegtuig

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. door de jager gesignaleerde gedragsstoornissen en verstoringen van de algemene gezondheidstoestand van het levende dier;
  2. In het laatste geval moet de jager het wild aan de wildbeheerder of de jachtopziener tonen en hem meedelen of hij vóór het doden ongewoon gedrag heeft waargenomen.
  3. „zonder winstoogmerk op de markt brengen” op de markt brengen tegen een prijs die minder bedraagt of gelijk is aan de terugwinning van de door de jager gedragen kosten, verminderd met het bedrag van eventueel met betrekking tot de jacht ontvangen subsidies.
  4. Ingeval punt 1 van toepassing is, wordt — voor zover mogelijk en indien bekend — de jager, jachtopziener of veehouder ervan op de hoogte gesteld dat er monsters voor tests op CWD worden ingestuurd en worden positieve uitslagen van de snelle test zo snel mogelijk op geautoriseerde wijze meegedeeld.