Betekenis van:
kalm

kalm
Bijvoeglijk naamwoord
  • (van het gemoed) niet bewogen door opwinding of hartstocht
"kalm blijven"
"een kalme zee/rivier"

Synoniemen

kalm
Bijvoeglijk naamwoord
  • weinig in beroering, zonder opwinding
"Zijn kalme manier van optreden bracht de angstige kinderen wat tot rust."
kalm
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet of weinig in beweging

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Moge het volk kalm zijn
  2. Blijf kalm en werk volledig mee met de piraten.
  3. Alle hulpverleningsboten moeten echter te water kunnen worden gelaten waar nodig met gebruikmaking van vanglijnen, terwijl het schip met een snelheid van maximaal 5 zeemijl per uur in kalm water vooruit vaart.
  4. Het personeel dient de vogels daarom altijd traag en kalm te benaderen en de kwartels dienen de mogelijkheid te hebben zich te verschuilen. Milieuverrijking, met name in de eerste levensfase, leidt tot verminderde schuwheid.
  5. Zal hij het product kalm neerzetten en een preventieve actie ondernemen, zoals het doven van het vuur dat door het product is ontstaan, of zal hij het in paniek van zich af gooien?