Betekenis van:
kamerheer

kamerheer (de ~ | meervoud kamerheren)
Zelfstandig naamwoord
  • edele die aan het hof v.e. vorst werkt

Synoniemen

Hyperoniemen

kamerheer (de ~ | meervoud kamerheren)
Zelfstandig naamwoord
  • geestelijke of leek aan pauselijke hof

Synoniemen

Hyperoniemen