Betekenis van:
kano
kano
Zelfstandig naamwoord
- rank bootje dat men door middel van een peddel voortbeweegt
"De groep voer met een kano op de wilde rivier."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Jachten en andere plezier- en sportvaartuigen; roeiboten en kano′s