Betekenis van:
kano

kano
Zelfstandig naamwoord
  • rank bootje dat men door middel van een peddel voortbeweegt
"De groep voer met een kano op de wilde rivier."
kano (de ~ | meervoud kano's)
Zelfstandig naamwoord
  • soort lange, smalle boot

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Jachten en andere plezier- en sportvaartuigen; roeiboten en kano′s