Betekenis van:
kapstok

kapstok (de ~ | meervoud kapstokken)
Zelfstandig naamwoord
  • haken voor jassen
"[je jas] aan de kapstok hangen"
"[jassen] hangen aan de kapstok"

Hyperoniemen

kapstok (de ~ | meervoud kapstokken)
Zelfstandig naamwoord
  • feit van waaruit men verder kan gaan met een activiteit
"iets als kapstok gebruiken"

Synoniemen

Hyperoniemen

kapstok
Zelfstandig naamwoord
  • een meubelstuk bedoeld om jassen en hoeden aan op te hangen