Betekenis van:
keerpunt

keerpunt (het ~ | meervoud keerpunten)
Zelfstandig naamwoord
  • moment van verandering
"een keerpunt in [mijn leven]"
"een keerpunt in de geschiedenis"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De Europese Raad heeft op 21 en 22 juni 1996 te Florence verklaard verheugd te zijn over de resultaten van de Aziatisch-Europese topontmoeting, die een keerpunt in de betrekkingen tussen de twee werelddelen vormt.
  2. Het onderzoek van de gebeurtenissen na afloop van het OT wijst erop dat er een keerpunt bereikt is in de ontwikkeling van de ethanolaminemarkt in de EG. De verkoopprijzen lijken een plafond bereikt te hebben en vertoonden voor bepaalde soorten ethanolamine zelfs een lichte daling.