Betekenis van:
kentering

kentering (de ~ | meervoud kenteringen)
Zelfstandig naamwoord
  • algehele verandering
"er treedt een kentering op"
"een plotselinge kentering"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Een verklaring voor deze verwachte ontwikkeling wordt echter niet gegeven, hoewel herstel van de rentabiliteit van deze kentering afhankelijk was.
  2. In deze situatie is een kentering opgetreden en tussen 2002 en 2004 kon de bedrijfstak van de Gemeenschap opnieuw winstcijfers voorleggen.
  3. In het OT kwam er een kentering in deze positieve ontwikkeling, wat resulteerde in een algemeen verlies van productiviteit met 21 % tijdens de beoordelingsperiode.
  4. Volgens de deskundige van de Commissie vormt de uitspraak van de Franse Raad van State in de zaak-Campoloro een eerste kentering doordat een van de erin vervatte hypothesen strikt genomen niet meer een geval van aansprakelijkheid vormt, maar als een garantiemechanisme functioneert.
  5. Zij blijft echter twijfelen aan de houdbaarheid op lange termijn van deze oplossing, aangezien de uitzondering van aanvaard risico een regel is die in de jurisprudentie is vastgelegd, die altijd aan ontwikkelingen onderhevig is (een kentering in de jurisprudentie is des te minder uitgesloten omdat hierin een tendens waarneembaar is van uitbreiding van de aansprakelijkheid buiten schuld van de staat).
  6. Volgens de Franse autoriteiten bestaat het eerste bezwaar van de Commissie erin dat ook wanneer het interne recht van een lidstaat geen bepaling bevat, het risico van een kentering in de jurisprudentie, dat wil zeggen een wijziging van het interne recht, op zichzelf toereikend is voor aanmerking als staatssteun.