Betekenis van:
kloven

kloven
Werkwoord
  • het op bepaalde wijzen splijten van een diamant
"Deze steen moet nog gekloofd worden."
kloof (de ~ | meervoud kloven)
Zelfstandig naamwoord
  • door klieving ontstane opening in iets, die naar binnen toe smaller wordt
"een smalle/nauwe/wijde kloof"
"een diepe kloof"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. bijlen, houthiepen, kloofmessen en dergelijk gereedschap om te hakken of te kloven
  2. Bijlen, houthiepen en dergelijk gereedschap om te hakken of te kloven
  3. Bijlen, houthiepen en dergelijk gereedschap om te hakken of te kloven
  4. Ten hoogste 5 % van de vruchten binnen deze tolerantie mag bestaan uit vruchten met lichte, niet-dichtgegroeide beschadigingen van het oppervlak of droge kloven, of uit weke of verwelkte vruchten.
  5. Spaden, schoppen, houwelen, hakken, gaffels, rieken, vorken, harken en schoffels; bijlen, houthiepen, kloofmessen en dergelijk gereedschap om te hakken of te kloven; snoeischaren en wildscharen; zeisen, sikkels, stro- en hooimessen, heggenscharen, wiggen en ander handgereedschap voor de land-, tuin- of bosbouw