Betekenis van:
knipperlicht

knipperlicht (het ~ | meervoud knipperlichten)
Zelfstandig naamwoord
  • licht dat voortdurend aan en uit gaat
"een rood/wit/oranje knipperlicht"
"automatische knipperlichten"

Hyperoniemen

knipperlicht
Zelfstandig naamwoord
  • oranje knipperende lamp aan de zijkant van een voertuig, gebruikt om aan te geven dat men het voertuig naar rechts of links wil manouvreren

Voorbeeldzinnen

  1. Knipperlicht met een frequentie van 90 ± 30 perioden per minuut.
  2. Een knipperlicht dat kan werken in combinatie met het (de) in punt 6.5.8 voorgeschreven verklikkersignaal (-signalen).
  3. Knipperlicht dat kan werken in combinatie met het in punt 4.5.11 voorgeschreven verklikkersignaal.
  4. Dit verklikkerlicht mag geen knipperlicht zijn. Het is niet vereist indien de dashboardverlichting alleen samen met het breedtelicht kan worden ontstoken.
  5. De storingsindicator moet een bepaald waarschuwingssignaal geven, bv. in de vorm van een knipperlicht, gedurende elke periode waarin het percentage ontstekingsfouten zo hoog is dat het volgens de opgave van de fabrikant schadelijk wordt geacht voor de katalysator.