Betekenis van:
kopje

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ik wil een kopje thee.
  2. Ik wil nog een kopje thee.
  3. Wilt u nog een kopje thee?
  4. Ik heb dorst. Ik had graag een kopje koffie.
  5. Hij deed per ongeluk zout in zijn kopje koffie.
  6. Ze bracht me een kopje thee zonder suiker.
  7. Het kopje boven alinea 96 wordt gewijzigd.
  8. Alinea 1 en het kopje boven alinea 58 worden gewijzigd.
  9. De overige deelstaten vallen onder het kopje „Noord-Duitsland” [38].
  10. Het kopje van artikel 14 wordt als volgt vervangen:
  11. Na alinea 136 worden een kopje en alinea 136A toegevoegd.
  12. Na alinea TL14 worden een nieuw kopje, de alinea's TL14A tot en met TL14D, nog een nieuw kopje, alinea TL14E, nog een nieuw kopje, de alinea's TL14F tot en met TL14I, nog een nieuw kopje en alinea TL14J toegevoegd.
  13. Het kopje boven alinea 20 wordt als volgt gewijzigd:
  14. Het kopje boven alinea 15 en alinea 16 worden gewijzigd.
  15. Na alinea 44 worden een kopje en alinea 44A toegevoegd.