Betekenis van:
krullen
krullen
Werkwoord
- in een krul buigen
"een lach krulde om zijn lippen"
"zich om een lantarenpaal krullen"
Synoniemen
Hyperoniemen
krul (de ~ | meervoud krullen)
Zelfstandig naamwoord
- sierlijke lus
"een krul in [een staart]"
"in de krul zitten"