Betekenis van:
las

las
Zelfstandig naamwoord
  • een vastverbonden voeg tussen twee metalen voorwerpen.
las
Zelfstandig naamwoord
  • dat wat je ziet na het lassen

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Hij las het boek gisteren.
  2. Hij las verder in het boek.
  3. Ik las een boek tijdens het wandelen.
  4. Gisteren las ik een interessant verhaal.
  5. Ik las gisteren een artikel over zure regen.
  6. Ik las in de krant dat hij vermoord werd.
  7. Ik las een heel interessant boek in mijn bibliotheek.
  8. Ze las een leuk verhaal aan de kinderen voor.
  9. Zij las de brief, en zo kwam ze te weten dat hij dood was.
  10. Ik las dat de president van Brazilië een vrouw is. Ze heet Dilma.
  11. Ik las dat de president van Brazilië een vrouw is. Ze heet Dilma.
  12. Voor de eerste keer in zijn leven las Yuka een Engels boek uit.
  13. Toen ik klein was, kwamen opa en oma nog om op te passen. 's Avonds op bed las oma me voor. Of opa vertelde een verhaal.
  14. Las- en vermogensaggregaten
  15. provincie Las Palmas.