Betekenis van:
naad

naad (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • aaneenhechting van twee delen

Hyperoniemen

Hyponiemen

naad
Zelfstandig naamwoord
  • een lijn waarlangs twee losse stukken materiaal aan elkaar genaaid of gelast zijn

Voorbeeldzinnen

  1. zeer smal langwerpig bloemlitteken (gelijkend op een naad).
  2. Zij mogen evenwel zijn voorzien van boordsel (strook stof genaaid in de naad) van een andere stof.
  3. CPA 24.20.35: Andere buizen en pijpen, bijvoorbeeld met open naad, geklonken, genageld, gefelst, met een buitendiameter van ≤ 406,4 mm, van staal
  4. zeer smal langwerpig bloemlitteken (gelijkend op een naad), dat evenwel niet langer mag zijn dan 2/3 van de grootste diameter van de vrucht.
  5. Andere buizen en pijpen, met rond profiel, bijvoorbeeld met open naad, geklonken, genageld, gefelst, met een buitendiameter van > 406,4 mm, van staal
  6. zeer smal langwerpig bloemlitteken (gelijkend op een naad), dat evenwel niet langer mag zijn dan 2/3 van de grootste diameter van de vrucht.
  7. Uitsnijden en uitbenen: Van bovenbil en schenkel lossnijden langs de natuurlijke naad; dijbeen verwijderen. Opmaak: Dik kraakbeen aan het beengewricht verwijderen.
  8. Uitsnijden en uitbenen: De schouder van de voorvoet scheiden door langs de natuurlijke naad rond de bovenkant van de schouder en het kraakbeen bovenaan het schouderblad te snijden en, verder doorsnijdend langs de naad, de schouder uit de holte los te maken waarin deze zich van nature bevindt.
  9. Voegafdichtingen bestaan uit butylkit of een vergelijkbaar product met een nominale dichtheid van 1500-1700 kg/m3; het afdichtingsmateriaal wordt als een ononderbroken worst (debiet ongeveer 45 g/m) in het overlapte gedeelte van de naad aangebracht.
  10. Uitsnijden en uitbenen: Het achterste kniegewricht doorsnijden en lossnijden van bovenbil en platte bil door de natuurlijke naad te volgen; daarbij het peeseind aan de schenkel laten vastzitten; de beenderen (scheenbeen en spronggewricht) verwijderen.
  11. In geval van een configuratie met twee koordlagen mag het karkas niet beschadigd zijn. Slechts een lichte plaatselijke beschadiging als gevolg van afslijping op de naad van de buitenband is toegestaan.
  12. Uitsnijden en uitbenen: Van de bovenbil scheiden door naar beneden te snijden langs het dijbeen en van de platte bil losmaken door de natuurlijke naad verder naar beneden te volgen. De ezel moet aan het deelstuk blijven zitten.
  13. Uitsnijden en uitbenen: Lossnijden van de platte bil en de schenkel langs de natuurlijke naad en losmaken van het dijbeen; het staartbeen verwijderen. Opmaak: Zakeind met zenen en scrotum verwijderen.
  14. Uitsnijden en uitbenen: De hele vang moet van het op acht ribben afgesneden halve dier worden losgemaakt vanaf het punt waar de vang teruggeklapt is, waarbij de natuurlijke naad rond het zijvlak van de bil naar beneden gevolgd wordt tot het punt dat horizontaal ten opzichte van het midden van de laatste lendewervel ligt.
  15. De gedeelten van de blootgestelde schotten of dekken moeten een blootgestelde oppervlakte hebben van ten minste 4,65 m2 en een hoogte (of lengte van het dek) van 2,44 m; zij moeten zo nauwkeurig mogelijk overeenkomen met de voorgenomen constructie en waar nodig ten minste één naad bevatten.