Betekenis van:
leefklimaat

leefklimaat (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • geheel van subjectief te waarderen omstandigheden waarin men moet leven
"het woon- en leefklimaat in/van [de wijk]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

leefklimaat
Zelfstandig naamwoord
  • het geheel van omstandigheden waarin men moet leven
"Veel mensen zijn tevreden met hun leefklimaat."

Voorbeeldzinnen

  1. Defecten moeten onmiddellijk worden hersteld en indien dat niet mogelijk is, moeten de nodige maatregelen worden getroffen om de gezondheid en het welzijn van de kalveren te beschermen totdat het defect is hersteld, met name door de toepassing van andere voeder-methoden en het handhaven van een acceptabel leefklimaat.