Betekenis van:
leefmilieu

leefmilieu (het ~ | meervoud leefmilieus)
Zelfstandig naamwoord
  • geheel van subjectief te waarderen omstandigheden waarin men moet leven
"de verbetering/aantasting van het leefmilieu"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. lager gezondheidsrisico in het leefmilieu.
  2. FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
  3. Gegevens voor de audit stedelijk leefmilieu („Urban audit”) worden vanaf 2003 om de drie jaar verzameld.
  4. De Commissie kan de maatregelen evenwel voorlopig handhaven indien zulks gerechtvaardigd is om redenen van volksgezondheid, veiligheid of bescherming van het leefmilieu.
  5. In de zin van de wet van 31 januari 1980 betreffende de bescherming en de omvorming van het leefmilieu (Dz. U. nr. 49 van 1994, punt 196).
  6. De consolidering van de bestaande gegevens zal worden voortgezet, met name op het gebied van de audit stedelijk leefmilieu, het vervoer, het milieu en onderzoek en ontwikkeling.
  7. De financieringsverrichtingen van de EIB moeten consistent zijn met de externe beleidslijnen van de Gemeenschap, welke ook specifieke regionale doelstellingen omvatten, en deze ondersteunen, en moeten bijdragen tot de in de artikelen 177 en 179 van het Verdrag opgenomen algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en van de rechtsstaat, alsmede tot de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, en tot de naleving van de internationale overeenkomsten inzake leefmilieu waarbij de Gemeenschap partij is.
  8. Technologie voor een milieuvriendelijk en duurzaam beheer van het leefmilieu, onder andere de gebouwde omgeving, stadsgebieden, landschap, alsmede voor de bescherming van het cultureel erfgoed tegen milieuvervuiling en voor het behoud en herstel ervan, inclusief milieueffectbeoordeling, modellen en instrumenten voor risicobeoordeling, geavanceerde en niet-destructieve technieken voor schadebepaling, nieuwe producten en methoden voor restauratie, mitigatie- en aanpassingsstrategieën voor het duurzame beheer van roerende en onroerende cultuurgoederen.
  9. In artikel 1, derde lid, wordt „terreurdaad” gedefinieerd als „elke daad of bedreiging daarmee die tegen de strafwet van de verdragsstaat indruist en die het leven, de fysieke integriteit, de vrijheden van een persoon of groep van personen in gevaar kan brengen, alsmede schade toebrengt of kan toebrengen aan openbare of particuliere goederen, natuurlijke hulpbronnen, het leefmilieu of het cultureel erfgoed, en die wordt gepleegd met de bedoeling:i) schrik aan te jagen, angst te zaaien, een regering, instelling, orgaan, bevolking of bevolkingsgroep ertoe te dwingen, aan te zetten of te bewegen een initiatief te nemen of achterwege te laten, een bepaald standpunt in te nemen of daarvan af te zien of te handelen volgens bepaalde beginselen; ofii) de normale werking van de openbare diensten of de verstrekking van essentiële diensten aan de bevolking te verstoren of onder de bevolking een crisissfeer te scheppen;iii) een algemene opstand in een verdragsstaat uit te lokken.”.