Betekenis van:
lidmaatschap

lidmaatschap (het ~ | meervoud lidmaatschappen)
Zelfstandig naamwoord
  • het lid zijn
"het lidmaatschap van [de NAVO]"
"het lidmaatschap staat ook open voor [niet-studenten]"

Hyperoniemen

lidmaatschap
Zelfstandig naamwoord
  • de status van iemand als lid van een organisatie
"Het lidmaatschap van deze vereniging is beperkt tot moedertaalsprekers van het Cherokee."

Voorbeeldzinnen

  1. Lidmaatschap
  2. Lidmaatschap — Benoeming
  3. Lidmaatschap — Benoeming
  4. overdracht van lidmaatschap;
  5. Criteria voor het lidmaatschap
  6. Lidmaatschap van de EAVO — Benoeming
  7. Lidmaatschap van Clean Sky — Oprichtende leden
  8. Lidmaatschap van de Unie van 's-Gravenhage
  9. Toetreding en wijziging van het lidmaatschap
  10. Gibraltars EG-lidmaatschap heeft niet dezelfde reikwijdte als het Britse.
  11. Vermogen om aan de verplichtingen van lidmaatschap te voldoen
  12. nieuwe aanvragen voor toetreding, toetredingen en wijziging van het lidmaatschap.
  13. Vermogen om de verplichtingen van het lidmaatschap na te komen
  14. de voorwaarden voor lidmaatschap van een bepaald onderling fonds en
  15. Artikel 20: Lidmaatschap van de Unie van 's-Gravenhage