Betekenis van:
logisch

logisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • juist beredeneerd
"een logisch gevolg"
"dat is nogal logisch"
logisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • natuurlijk; begrijpelijk

Synoniemen

logisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • voor de hand liggend
logisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • betrekking hebbend op de logica

Voorbeeldzinnen

  1. logisch denkvermogen,
  2. Dit is niet logisch.
  3. Als combinaties logisch onmogelijk zijn, wordt dit met „L” aangegeven.
  4. Dit is zowel in juridisch als economisch opzicht niet logisch.
  5. Het lijkt dan ook logisch dat deze geen optierecht wordt geboden”.
  6. De lidstaten en de begunstigden zijn er niet in geslaagd hun respectieve belastingstelsels logisch te verantwoorden.
  7. "Rekenelement" (CE) (4): de kleinste rekeneenheid die een rekenkundig of logisch resultaat voortbrengt.
  8. Indien nee, ga dan na/beoordeel of de interactie op een logisch punt wordt hervat.
  9. De unieke identificatorelementen van alle eenheden van een blok volgen logisch op elkaar.
  10. Daarom is het logisch dat ÖIAG een lagere prijs zou accepteren om haar aandelen „en bloc” te kunnen verkopen.
  11. Het lijkt dus logisch de betrokken besluiten te onderzoeken op basis van de situatie zoals die vóór juli 2002 bestond.
  12. Toch is het logisch om deze conclusie ook uit te breiden tot rekening A4, waarmee het kwestieuze tarief wordt gefinancierd.
  13. Dat was natuurlijk logisch omdat de belasting al vanaf 1 januari 1997 voor dit doel bestemd was.
  14. zodanig zijn ontworpen dat er een logisch verband bestaat tussen de beweging van het bedieningsorgaan en het bewerkstelligde effect,
  15. Bovendien merkte de deskundige op dat het logisch was dat Deloitte tevens gebruikmaakte van de door het management verschafte informatie.