Betekenis van:
loopvogel

loopvogel (de ~ | meervoud loopvogels)
Zelfstandig naamwoord
  • vogel die alleen maar kan lopen

Hyperoniemen

loopvogel
Zelfstandig naamwoord
  • vogel met krachtige poten om te lopen maar vleugels die ongeschikt zijn om te vliegen

Voorbeeldzinnen

  1. In dat geval worden de in de leden 1 en 2 genoemde perioden geacht aan te vangen zodra de laatste ingevoerde loopvogel is binnengebracht en mag geen enkele loopvogel of pluimvee de ruimte verlaten voordat de betrokken termijn is afgelopen.
  2. in de in artikel 12, leden 1 en 2, bedoelde perioden wordt een virusisolatietest op de Newcastle disease verricht met gebruikmaking van cloacaswabs of fecesmonsters van elke loopvogel;
  3. indien de loopvogels bestemd zijn voor een lidstaat of een gebied met de in artikel 12, lid 2, van Richtlijn 90/539/EEG genoemde status, wordt naast de onder b) bedoelde virusisolatietest ook een serologische test verricht bij elke loopvogel;